Als u uw verzameling of
muntcatalogus nakijkt, dan ziet u dat er van de zilveren guldens met de
afbeelding van Koningin Juliana 10 jaargangen zijn gemaakt vanaf 1954 tot en
met 1967 (Sch. Nr. 1102 t/m 1111). In het laatste jaar zijn er naast de 7
miljoen zilveren exemplaren ook nog eens 31 miljoen in een nikkelen uitvoering
verschenen. Met het fabriceren van de nikkelen guldens, met de afbeelding van koningin
Juliana, is ’s-Rijks Munt doorgegaan tot en met 1980, uitgezonderd 1974.
Tijdens de novemberveiling van “Heritage Autions Europe” te IJsselstein werd
onder lot nr. 404 een zilveren gulden gepresenteerd met het jaartal 1968. De zilveren uitvoering van 6,5 gram komt
overeen met de nikkelen guldens van 6 gram uit 1968 (Sch.1121) en daarop is de
Koningin voorzien van een kapsel met grovere haren, zoals dat vanaf 1968 werd
toegepast. Voor mij was dit de eerste confrontatie: niet eerder had ik een
zilveren gulden uit 1968 gezien. Ten behoeve van mijn geruststelling heb ik aan
De Nederlandse Bank gevraagd of zij een dergelijke munt bezitten en weten met
welk doel deze zilveren afslag is vervaardigd met stempels die in 1968 voor de
nikkelen guldens werden gebruikt. Ook bij hen werd deze munt niet gevonden en
ook geen achtergrond informatie. Een aantal kenmerken van de bekende zilverens
guldens ontbreekt, zoals het extra haarlokje boven het voorhoofd van de
Koningin en het extra kleine “geheime” pareltje tussen de grotere parels tegen
de rand aan de voorzijde[1].
Verder zijn op de nikkelen guldens het muntmeesterteken (visje) en de
mercuriusstaf een fractie hoger geplaatst. Hierdoor behoort deze gulden thuis
in de reeks nikkelen exemplaren nu te benoemen als “Sch.1121a”.
Nederland, 1 gulden
1968, zilver, 24,9 mm 6,52 gram
Heel verrassend dat een
dergelijke gulden 50 jaar verborgen is gebleven maar wel goed voor de
numismatiek dat zo een zeldzaam stuk toegevoegd kan worden aan de literatuur.
De inzet was € 500 en dat vond ik erg laag voor een dergelijk unicum. De
opbrengst was uiteindelijk € 1.700 excl. opgeld.
[1] Indien
dit stempels zouden zijn geweest voor het maken van zilveren guldens dan zou
het kleine pareltje zich moeten bevinden tussen de grote parels 11 en 12, geteld
vanaf het kruisje op de kroon en met de klok mee geteld.