zaterdag 9 juni 2018
Nederland, gulden 1950 voor en keerzijde in lood, enkelvoudig geslagen. Gezien bij de 58. Heritage Auctions Europe
Koninkrijk der Nederlanden Juliana (1948-1980) - Afslagen in lood van een voor- en tegenzijde ponsoen voor een 1-guldenstuk 1950 (!), nog met Wilhelmina-voorzijde. De afdrukken laten geen slijtranden zien en zijn dus niet door het afdrukken van muntstukken verkregen. Voor- en keerzijdeafbeelding zijn geheel als die van vóór de Duitse bezetting. Bij de afdruk van het keerzijde-ponsoen zijn het jaartal en de onderrand van het wapen iets verschoven, maar dat jaartal is duidelijk 1950. NB De Muntwet 1948 ging nog uit van een gulden en rijksdaalder van 28 resp. 38 mm diameter als voor de oorlog; de nieuwe formaten én het nieuwe uiterlijk zijn pas in 1954 vastgesteld. Blijkbaar is in 1950 begonnen met het maken van een vooroorlogse gulden met jaartal 1950. Het blokje lood met de voorzijde is ca 40 mm en 46,21 gram, dat met de keerzijde 40 à 42 mm en 46,72 gram. Uniek, ongepubliceerd en verrassend.
Nederland, 10 cent 1906 Cu/Ni, Gezien bij de 58 Heritage Auctions Europe
Koninkrijk der Nederlanden. Wilhelmina (1890-1948) - 10 Cent 1906 Proefontwerp voor een nieuw munttype door J.C. Wienecke (Schulman 929, JCW -, zie JMP 1908) – Vz. Koningskroon met linten, waaruit twee eikentakken ontspruiten; onderaan een banderol met NEDERLAND, het muntmeester- en muntteken en het jaartal; rondom een 4,5 mm brede slijtrand waarin inwaarts een krans van zeven lauwertakjes / Kz. De waarde: 10 / CENTS tussen samengestrikte oranjetakken; rondom een brede rand als op de voorzijde – kopernikkel 21,9 à 22,0 mm 6,62 gram – bijna PR, op de keerzijde rechts een kleine beschadiging waaromheen een strook met mat oppervlak – van de hoogste zeldzaamheid.
NB Vanaf 1904 zijn bij ’s Rijks Munt proefnemingen gedaan voor een nieuw type stuiver, waaraan later eventueel een overeenkomstig 10-centstuk zou worden toegevoegd. Het nieuwe type moest goed te onderscheiden zijn van de overige Nederlandse munten én van die van Duitsland en België, die in de grensstreken omliepen. Nadat ontwerpen in de richting van een grote bronzen munt en een nikkelen munt met een afwijkende vorm waren verworpen, ontwierp ’s Rijks stempelsnijder J.C. Wienecke een 10-centstuk dat herkenbaar moest zijn door zijn dikte en zijn brede slijtrand (Sch. 928). Deze rand werd echter niet als fraai beoordeeld en bovendien vreesde met dat hierop reclameboodschappen konden worden aangebracht. Wienecke bracht hierna op het muntstempel handmatig een versiering op de slijtrand aan. Zijn oplossing mocht echter niet baten en het type met brede slijtrand werd niet verder ontwikkeld.Van alle proefmunten uit de periode 1904-1907 zijn maar enkele afslagen bewaard gebleven en deze zijn grotendeels in openbare collecties terechtgekomen. Muntmeester Hoitsema heeft van elk type ontwerp twee exemplaren in de collectie van ’s Rijks Munt opgenomen, stukken die zich tegenwoordig in de Nationale Collectie bevinden. Wat verder nog aan proefmunten resteerde heeft hij blijkbaar in 1908 opgeruimd, want in dat jaar heeft Hoitsema een aantal proefmunten geschonken aan het Koninklijk Kabinet van Munten, Penningen en Gesneden Stenen, het latere Penningkabinet. De Nationale Collectie bevat uit die bron onder andere één exemplaar van Schulman 929 en ook één exemplaar van het andere dubbeltje met brtede rand, Schulman 928. Naast deze stukken die door en via ’s Rijks Munt zijn achtergehouden, zijn ook enkele exemplaren in particulier bezit geraakt. Waarschijnlijk zijn zij achtergebleven bij personen uit de ambtelijke top die bij het project betrokken waren. Zo is één serie van 22 proefmunten in november 1925 bij de firma Schulman geveild. De Nederlandsche Bank heeft in 1956 voor haar verzameling één exemplaar van de 10 cent Schulman 928 in de handel aangekocht; het is niet bekend of dit stuk oorspronkelijk uit de veiling van 1925 stamt. Evenmin is de herkomst bekend van de kopernikkelen proefmunt van 5 cent 1904 met centrale doorboring (Schulman 935a) die in 2011 bij MPO werd geveild en voor € 7.500 werd afgeslagen.
Nederland, 3 guldens 1819 Gezien bij de 58. Heritage Auctions Europe
Koninkrijk der Nederlanden: Willem I (1815-1840) - 3 Gulden 1819 afslag in koper. Aan de voorzijde een forse plek door oude corrosie; de kwaliteit is overigens PR. Diameter 39,8 à 40,0 mm; gewicht 23,84 gram. NB IN KADERTJE "MICHAUT"
Koninkrijk der Nederlanden. Willem I (1815-1840) - 3 Gulden 1819 afslag in koper. Ook hier lijkt de muntrand een dubbel aantal ovalen te tellen – in ieder geval alleen al in het woord ‘GOD’ zowel na de G als na de D. De sterren in het omschrift hebben de punt naar beneden. De diameter is 39,9 à 40,0 mm; het gewicht 24,77 gram. Zowel voor- als keerzijde tonen meerdere randtikken. Overigens PR+. Bij het testen van de werkstempels met jaartal 1819 die Michaut met zijn moederstempels had vervaardigd, werden deze goedgekeurd als er zonder stempelbreuken 12 stuks afslagen in koper mee konden worden geslagen. Deze koperen afslagen zijn dan wel van zo’n test afkomstig, dan wel vooraf door Michaut zelf vervaardigd. NB IN KADERTJE "MICHAUT"
Nederland, 1 guldens 1818 koper en messing Bij de 58. Heritage Auctions Europe gezien
Koninkrijk der Nederlanden, Willem I (1815-1840) - 1 Gulden 1818 afslag in koper (Sch.272 = brons). De voorzijde toont een centreerpunt (op de bakkebaard) en een lichte radiale streping, tevens een grotere radiale kras die op het muntplaatje lijkt te zitten, en enkele onregelmatige structuren die defecten in het stempel lijken te zijn. De muntrand is schoongemaakt en toont in en rond de letters en tekens nog groene corrosie. Overigens UNC. Het inwaartse randschrift *GOD *ZY *MET *ONS. laat op acht plaatsen een platgedrukte ovalen structuur zien, terwijl vier stuks later normaal werd. De diameter is 29,9 à 30,1 mm; het gewicht 9,15 gram; de stempelstand 6 uur. NB IN KADERTJE "MICHAUT"
Koninkrijk der Nederlanden. Willem I (1815-1840) - 1 Gulden 1818 afslag in goudkleurig messing. De voorzijde laat hier geen centerpunt meer zien. Het oppervlak van de keerzijde is grotendeels donkerbruin verkleurd en het lijkt erop dat dit van de voorzijde is verwijderd waarbij het oppervlak wat korrelig is geworden. Overigens PR. Ook hier laat het randschrift op acht plaatsen de ovalen structuur zien, die de gewenste afstand bewaarde tussen het muntplaatje en de muntring. De sterren in het randschrift hebben een punt aan de bovenzijde. De diameter is 29,9 mm en het gewicht 9,11 gram. NB IN KADERTJE "MICHAUT"OD *ZY *MET *ONS. laat op acht plaatsen een platgedrukte ovalen structuur zien, terwijl vier stuks later normaal werd. De diameter is 29,9 à 30,1 mm; het gewicht 9,15 gram; de stempelstand 6 uur. NB IN KADERTJE "MICHAUT"
vrijdag 8 juni 2018
Fantasiemunten Sint Maarten 2018
Tot mijn verbazing vond ik op veilingsites[1] een set van drie munten voor Sint Maarten. Men heeft op deze munten een waarde aangegeven van 1 peso en dat is toch merkwaardig. De voorzijden van de munten is identiek: een soort wapen van Sint Maarten. Volgens WikipediA ziet dat wapen uit als de kleurenafbeelding hierna. Daarnaast het fantasiewapen op de betreffende “munten”. Voorzijde: Sint Maarten / “wapen” / 2018.
wapen van Sint Maarten voorzijde fantasiemunt
In mijn ogen is de afbeelding van het wapen op de “munt” enerzijds een grote misser. Anderzijds benadrukt dit wel de status van een “FANTASIEMUNT”. Op de keerzijden van de drie penningen (dat is een betere benaming) ziet u de dinosaurussen: Tyrannosaurus, Thorosaurus en Dilofosaurus, alsmede de waarde. Door gebrek aan verdere informatie kan ik u de specificaties niet geven en evenmin de vervaardiger.
Tyrannosaurus Thorosaurus
Dilofosaurus
Keerzijden van de 1
peso 2018 Sint Maarten
Erik J. van Loon
Nederland: 50 Gulden. 1982. TYPE I (1982). ‘200 jaar Nederland–Amerika’ Veiling Schulman (356)
Deze munt is ontworpen door E. Claus. Hoofd naar links boven BEATRIX / KONINGIN DER / NEDERLANDEN. Kz. Nederlandse leeuw naar rechts, Amerikaanse adelaar naar links. Omschrift: 1782-1982 NEDERLAND AMERIKA. Mmt. aambeeld. KM. 207a; KM. Pn147. RRRR. Afslag in goud. PCGS MS64.Prooflike. 20000,‒
In 1982 sprak toenmalig President van de Verenigde Staten Ronald Reagan bij de ontvangst van Koningin Beatrix de gevleugelde woorden: ‘Today we recognize not only the 200th anniversary of our relations, but also the lasting imprint your country has made on America. Your majesty, who can forget that New York was first New Amsterdam’. Vanwege het historische feit dat Nederland en de Verenigde Staten 200 jaar diplomatieke banden onderhielden vonden in beide landen vele festiviteiten plaats. Het hoogtepunt van deze festiviteiten was het staatsbezoek dat Koningin Beatrix en Prins Claus aan de Verenigde Staten van Amerika brachten. Naast bezoeken aan Philadelphia en New York werden zij te Washington door Ronald en Nancy Reagan officieel ontvangen. Hierbij werden, zoals gebruikelijk, diverse geschenken uitgewisseld:Prins Claus ontving een in donkerrood leder gebonden boek met goudopdruk waarin foto’s van Washington D.C. staan afgebeeld. Het Koninklijk paar bood tijdens het staatsdiner één gouden afslag van het zojuist in omloop gebrachte 50
Gulden-stuk aan. Volgens oud-medewerkers van de ’s Rijks Munt zijn er zes exemplaren in goud geslagen en in houten cassettes, voorzien van het Nederlands wapenschild, bij het Ministerie van Financiën afgeleverd.
Tot op heden is er slechts één exemplaar van deze gouden afslag op de markt opgedoken: het hierbij aangeboden stuk. In 2016 dook het voor het eerst bij een van onze collegae op, waarbij de Muntkoerier een interessant artikel van de hand van Jacco Scheper en Marcel van der Beek publiceerde. Normaliter is het gebruikelijk dat van al wat door de ’s Rijks Munt werd geslagen twee exemplaren bewaard bleven. Zo zijn er twee exemplaren van de 50 Gulden 1988 en ook de 50 Gulden 1990 aanwezig in de Nationale Numismatische Collectie. Van dit stuk is echter geen enkele gouden afslag bewaard. De Wet van 10 maart 1982 betreffende de invoering van vijftigguldenstukken in het algemeen, en het Koninklijk Besluit ter goedkeuring van dit eerste Vijftigje (29 mei 1982) spreken alleen over zilveren exemplaren. Wat er met de vijf overige exemplaren is gebeurd blijft daarmee tot op heden onbekend.
NAAR MIJN MENING ZIJN DE OVERIGE EXEMPLAREN AANGEBODEN AAN KONINGIN BEATRIX (1), DE NUMISMATISCHE AFDELING VAN DE NEDERLANDSE BANK (1), HET KONINKLIJK PENNINGKABINET (1) en HET NEDERLANDS MUNTMUSEUM (2); voorheen de eigen collectie van s Rijks Munt.
Dit exemplaar is door PCGS gekeurd en voorzien van de aanduiding Mintstate 64 (in Nederlandse termen: FDC), in onze ogen is dit echter foutief. In 1982 werden de speciale afslagen voor verzamelaars van dit Vijftigje in de kwaliteit ‘Prooflike’ geproduceerd. Gezien de slag en het doel van deze gouden afslag stellen wij de conclusie dat ook hier gebruik is gemaakt van een gepolijst muntplaatje en een verzorgd stempel. De inzender geeft aan dat hij dit stuk heeft verworven van een oud-medewerker van Nancy Reagan.
Tot op heden is er slechts één exemplaar van deze gouden afslag op de markt opgedoken: het hierbij aangeboden stuk. In 2016 dook het voor het eerst bij een van onze collegae op, waarbij de Muntkoerier een interessant artikel van de hand van Jacco Scheper en Marcel van der Beek publiceerde. Normaliter is het gebruikelijk dat van al wat door de ’s Rijks Munt werd geslagen twee exemplaren bewaard bleven. Zo zijn er twee exemplaren van de 50 Gulden 1988 en ook de 50 Gulden 1990 aanwezig in de Nationale Numismatische Collectie. Van dit stuk is echter geen enkele gouden afslag bewaard. De Wet van 10 maart 1982 betreffende de invoering van vijftigguldenstukken in het algemeen, en het Koninklijk Besluit ter goedkeuring van dit eerste Vijftigje (29 mei 1982) spreken alleen over zilveren exemplaren. Wat er met de vijf overige exemplaren is gebeurd blijft daarmee tot op heden onbekend.
NAAR MIJN MENING ZIJN DE OVERIGE EXEMPLAREN AANGEBODEN AAN KONINGIN BEATRIX (1), DE NUMISMATISCHE AFDELING VAN DE NEDERLANDSE BANK (1), HET KONINKLIJK PENNINGKABINET (1) en HET NEDERLANDS MUNTMUSEUM (2); voorheen de eigen collectie van s Rijks Munt.
Dit exemplaar is door PCGS gekeurd en voorzien van de aanduiding Mintstate 64 (in Nederlandse termen: FDC), in onze ogen is dit echter foutief. In 1982 werden de speciale afslagen voor verzamelaars van dit Vijftigje in de kwaliteit ‘Prooflike’ geproduceerd. Gezien de slag en het doel van deze gouden afslag stellen wij de conclusie dat ook hier gebruik is gemaakt van een gepolijst muntplaatje en een verzorgd stempel. De inzender geeft aan dat hij dit stuk heeft verworven van een oud-medewerker van Nancy Reagan.
Nederland: 5 Euro zilver 2010 Nederland Wereldkampioen Voetbal. bij AA Muntenveiling
O N B E K E N D U N K N O W N
Een NIET UITGEGEVEN 5 Euromunt voor het geval Nederland in 2010 Wereldkampioen Voetbal zou zijn geworden. De Koninklijke Nederlandse Munt had een muntuitgifte klaarliggen. Alle reeds geslagen munten zijn, na het jammerlijke verlies van de finale tegen Spanje,
vernietigd en NIET in omloop gebracht.
Blijkbaar is er toch een exemplaar, met instempeling sample, ontsnapt aan de aandacht. De munt is al voorzien van het munten muntmeesterteken! Derhalve een nooit eerder aangeboden en daarmee UNIEK STUK in proof kwaliteit
Abonneren op:
Posts (Atom)